Armoedeval

Wat is een armoedeval, laten we eens beginnen met een eenvoudige uitleg!

Armoedeval is het verschijnsel dat mensen die (relatieve) armoede lijden nauwelijks mogelijkheden hebben hun maatschappelijke situatie te verbeteren.
Een specifieke vorm van dit begrip ‘armoedeval’ wordt door politieke partijen (van links tot rechts) gehanteerd, namelijk als het effect dat optreedt wanneer iemand met een uitkering er in inkomen op achteruitgaat als hij of zij een betaalde baan krijgt. Dit effect wordt veroorzaakt doordat mensen met een zeer laag inkomen of een uitkering vaak recht hebben op subsidies en andere inkomensafhankelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld kwijtscheldingen. Als ze een baan aanvaarden kan de inkomensverbetering zodanig zijn dat het recht op de subsidies en regelingen vervalt, waardoor het inkomenseffect grotendeels of geheel wegvalt. Door dit effect zijn mensen vaak niet of slechts in geringe mate in staat om hun maatschappelijke situatie te verbeteren. Belangrijker is echter dat de inkomensachteruitgang niet motiverend werkt. Men spreekt in dat geval vaak van een ‘onvoldoende prikkel’ om te participeren op de arbeidsmarkt. In verband daarmee wordt er soms ook een brede definitie van de armoedeval gehanteerd, namelijk ‘het gebrek aan financiële prikkels om (meer) te gaan werken’.

Daar waar sprake is van een gebrek aan financiële prikkels om (meer) te gaan werken zijn vier soorten armoedevallen te onderscheiden:
· Werkloosheidsval: bij het aanvaarden van werk vanuit een uitkeringssituatie
· Herintredersval: bij het aanvaarden van werk vanuit een situatie zonder eigen inkomsten
· Deeltijdval: het uitbreiden van het aantal gewerkte uren
· Doorstroomval: het doorstromen naar een nieuwe baan vanuit een bestaande baan
*(bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

*Gemeenten houden armoedeval in stand’ 04.03.10
Gemeenten weten vaak niet wat de gevolgen zijn van hun armoedebeleid voor de koopkracht en kansen op de arbeidsmarkt van minima. Ze handhaven onbedoeld de armoedeval, het fenomeen dat het voor mensen met een uitkering financieel onaantrekkelijk is om te gaan werken.
Niet verbeterd!
Dat zegt Maarten Allers, directeur van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Samen met hoogleraar Flip de Kam heeft hij een artikel over de armoedeval gepubliceerd in het tijdschrift Sociaal Bestek. Uit onderzoek blijkt dat de situatie onder Balkenende IV niet is verbeterd.

*Uitgerekend
We hebben uitgerekend wat er met het inkomen gebeurt wanneer je vanuit een uitkering gaat werken en wanneer je met een laag inkomen iets meer gaat verdienen, licht Allers toe. Het blijkt dat je daar nauwelijks iets aan overhoudt. Dat was tien jaar geleden al zo en dat is nog steeds het geval. Er is van alles geroepen over bestrijding van de armoedeval, maar er is niets aan gedaan.

*Bedoelingen
De bedoelingen van armoedebestrijding zijn goed. Met inkomensondersteunende maatregelen proberen gemeenten mensen die op het bestaansminimum leven te helpen. Maar het ontmoedigt twee groepen minima. Voor uitkeringsontvangers is het onaantrekkelijk om een baan te aanvaarden en lager betaalden houden netto weinig over aan een positieverbetering op de arbeidsmarkt. Door het gestegen inkomen vermindert de aanspraak op zorgtoeslag, huurtoeslag en diverse gemeentelijke regelingen. Je wilt mensen stimuleren om te gaan werken of zich op de arbeidsmarkt te ontwikkelen, maar in plaats daarvan straf je ze. (men komt juist terecht in de armoedeval).

*Meer mensen getroffen
Gemeenten weten volgens Allers vaak niet hoe hun armoedebeleid in de praktijk uitpakt. Ze hebben geen zicht op wat het betekent voor de koopkracht van de doelgroep en hoe het de arbeidsmarktperspectieven beïnvloedt. Sommige gemeenten proberen het effect van de armoedeval te verzachten door de inkomensgrens te verhogen waarop de financiële regelingen worden stopgezet. Maar dat betekent alleen maar dat er meer mensen door getroffen worden.

*Kiezen
Volgens De Kam en Allers moeten politici fundamentele keuzes maken. Wat is belangrijker: bestrijding van armoede, of het dempen van de armoedeval? Wie kiezen voor armoedebestrijding, moeten over die armoedeval misschien niet zo moeilijk doen en andersom. Wie de armoedeval willen aanpakken, moeten de bestaande inkomensondersteunende regelingen kritisch tegen het licht houden.

*Oplossingen:
-Gemeente kunnen deze mensen tegemoet komen door de gemeentelijke heffingen kwijtteschelden.
-Op landelijk niveau zou een optie de terugtax kunnen zijn. Laagbetaalden krijgen van de belasting per maand 150 euro extra om de armoedeval te ontlopen.
Hiervoor zullen de gemeentens de handen inéén moeten slaan en gezamelijk een actie starten om tot een landelijke instemming te komen.

Van armoedeval tot inzet toeslag!
Het bovenstaande stuk schreef ik in 2010, helaas heb ik kunnen concluderen dat er nog niets is veranderd, ondanks het feit dat we nu voor de tweede maal een “nieuwe regering” hebben, houden ze op de één of andere manier nog steeds vast aan een stuk oud en in mijn ogen “wan” beleid. Geregeld vraag ik mij dan ook af hoeveel mensen er in deze armoedeval zitten, hoeveel mensen redden het net en hoeveel mensen daardoor net niet? Getallen zijn er niet of nauwelijks, het rapport ligt waarschijnlijk weer ergens onder in een stoffige la, of en dat zeg ik hoopvol ligt het op het bureau van de Minister President, daar hij in zijn verkiezingsperiode die *vraag gesteld kreeg door een journaliste op de achterbank van een taxi. Het antwoord was een onduidelijke en daardoor zeer politiek correct dus. Een gemiste kans, want oplossingen zijn er genoeg te bedenken (zie eerste deel) en zelfs makkelijk uitvoerbaar, het vereist alleen een omslag in de denkwijze van mensen op ieder niveau.

*(de vraag werd door mij ingestuurd via twitter)
We weten dat iedereen die een bijstandsuitkering aanvraagt, verplicht is om naar vermogen te zoeken naar algemeen geaccepteerd werk. Als dat gevonden is, moet dat dan ook aanvaard worden, maar wie garandeerd dat er genoeg werk is, dat er genoeg wordt gesolliciteerd, natuurlijk de verplichting is er, maar de uitvoering laat vaak te wensen over van zowel de client als de gemeente. Op zich hoef je het beleid niet heel erg aan te passen, je zou kunnen volstaan met het onder de loep nemen van de bestaande “bonus” regelingen zoals de langdurigheidstoeslag. Die langdurigheidstoeslag krijg je dus als je geruime tijd in een uitkering zit, juist die toeslag zou je anders kunnen gaan inzetten, want door de toeslag ontneem je de stimulans tot werken. De langdurigheidstoeslag zou allereerst een andere benaming moeten krijgen, het zou bijvoorbeeld de “inzet” toeslag kunnen worden voor maatschappelijk betrokken mensen met een inkomen tot onder een bepaalde nader vast te stellen financiele grens. Onder de clienten van het WIZ (werk inkomen en zorg) is het meest gehoord dan ook “Waarom zou ik gaan werken als ik er niets op vooruit ga” en eerlijk is eerlijk met de toeslag kan je dat gaan ombuigen. Stel je voor dat je pas die toeslag krijgt als je, je maatschappelijk inzet door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of door een betaalde baan voor enkele uren in de week, dan wordt je beloond in plaats van gestraft! De personen in de armoedeval zouden dan ook kunnen gaan profiteren van de inzet toeslag, die door de gemeentes dus anders kunnen worden ingezet. (De enige groep die je moet ontzien in deze toeslag regeling zijn de sociaal zwakkeren (gehandicapten, ouderen enz.)
Niet alleen de gemeente maar ook de inwoners wel of niet in een armoedeval gaan erop vooruit. De mensen zullen zich sociaal gelijke voelen en dat is toch heel wat waard!
Rest toch één vraag; Wie helpt de mensen uit de armoedeval?

Stadspartij Den Helder

1. Aan de kaak gesteld.

2. Rapport.