Verder terugdringen van kamerverhuur binnen onze kwetsbare wijken.

De stadspartij heeft hier veelvuldig aandacht voor gevraagd, maar na gisterenavond is het dan eindelijk zo ver. Huisjesmelkers die woningen willen opkopen krijgen het in Den Helder een stuk lastiger. De gemeenteraad stemde maandagavond in met maatregelen die het opkopers moeilijker maakt om woningen uit het goedkopere segment op te kopen. Op 27 mei 2019 hebben het CDA, BvDH en de Stadspartij een motie ingediend over het verder terugdringen van kamerverhuur in de kwetsbare wijken.

Eerder onderzoek wees uit dat de leefbaarheid in de Helderse binnenstad en omliggende wijken en straten als de Visbuurt, Van Galenstraat en Oostslootstbuurt onder druk staat. Ook vanuit de door de Stadspartij gehouden buurtenquete’s kwam deze problematiek keer op keer naar voren.

Opkopers van woningen zijn mede debet aan de schaarste op de markt voor onze starters op de woningmarkt. Verder constateren wij dat er binnen deze wijken heel veel kwetsbare groepen werden gehuisvest, waarop weinig tot geen toezicht mogelijk is. Per 1 januari van dit jaar is de gewijzigde Huisvestingswet van kracht waardoor gemeentenopkoopbescherming kunnen invoeren voor woningen met een WOZ-waarde van maximaal 250.000 euro. Dit is juridisch echter alleen mogelijk als de raad het noodzakelijk acht om de schaarste in het lagere woningaanbod te bestrijden of de leefbaarheid in het geding is.

Alle raadsleden schaarden zich achter het raadsvoorstel waarbij Beter voor Den Helder met een aanvullende motie op de proppen kwam die nog verstrekkender was. Raadslid Carlo Assorgia pleitte ervoor om minimaal 25 procent van het woningaanbod toe te kennen aan inwoners van Den Helder. ,,Er moet meer beweging komen op de Helderse woningmarkt waarbij senioren kleiner kunnen wonen en de jongeren makkelijker hun eerste flatje kunnen bekomen. Het huidige aanbod van sociale huurwoningen is onvoldoende en de wachttijden worden langer en langer.’’

Assorgia pleitte voor een model dat in de gemeente Bergen in onderzoek is waarbij inwoners voorrang krijgen op de woningmarkt. Verantwoordelijk wethouder Heleen Keur noemde de motie sympathiek, maar wettelijk onuitvoerbaar als de door Assorgia aangestipte schaarste niet is aangetoond. ,,Wij voelen in Den Helder die schaarste, maar dat is relatief. Keur ontraadde om die reden de motie en stelde voor om in Den Helder gesprekken over dit onderwerp te voeren met de woningbouwverenigingen Woontij en Woningstichting. ,,Wij willen allemaal de doorstroming op gang brengen, maar dat gesprek is noodzakelijk om te onderzoeken wat we beter kunnen doen.’’ Desondanks diende Beter voor Den Helder de motie in, maar deze kreeg onvoldoende steun. Behoorlijk Bestuur en de PVV volgden het spoor van Beter voor Den Helder.

Wij hebben als Stadspartij tegen deze motie gestemd, omdat dit uiteindelijk meer een motie voor de goede sier is geweest en we er in Den Helder niets mee opschieten. Binnen onze stad zijn veel goedkopere huurwoningen gesloopt en wonen er veel mensen in voor hun te grote woningen, of zijn al langere tijd op zoek naar een woning omdat onvoldoende aanbod is en er geen afdoende alternatief wordt geboden. Dat kan je deze mensen natuurlijk niet kwalijk nemen, omdat het woningaanbod niet aan de behoefte voldoet. Wij zijn er van mening dat er veel meer sturing moet komen vanuit het college richting woningbouwcoöperaties en dat er meer kleinere betaalbare woningen moeten worden gebouwd voor onze jongere en oudere inwoners. Mensen willen wel, maar dan moeten we ze ook een goed alternatief kunnen bieden, waardoor de broodnodige doorstroming op gang kan komen.